Presentatie valken (2011)
- Gegevens
- Categorie: Geconverteerd
- Gepubliceerd op 11 november 2013
- Hits: 5923
Even voorstellen.
De Slechtvalken van de watertoren! We noemen ze:
Sleggie, het wijfje Youngster, het mannetje.
Beide dieren zijn ons al bekend van 2010 toen ze samen een poging hebben gedaan om in de nestkast van de Aalsmeerse watertoren voor nakomelingen te zorgen. Helaas is dat mislukt, de eieren kwamen niet uit.
Youngster
Met behulp van de –gefotografeerde- gegevens op de oranje pootring is Youngster geïdentificeerd. We weten dat hij op 16 april 2009 is geboren in de nestkast van de Hemwegcentrale in Amsterdam. Op 13 mei van dat jaar is hij geringd en voorzien van een oranje kunststof ring met de letters FI en een lichtmetalen ring met het nummer 5.423.876.
In 2010 vertoonde ons mannetje nog het jeugdkleed (juveniel kleed) en zag er met de beige-bruine rug en de bruinachtige vlekken op de borst heel anders uit dan nu.
Youngster heeft de bruinige veren ingeruild voor een totaal andere outfit: witte borst met donkere dwarsstrepen, rug en vleugels zijn grijsblauw. (Adulte kleed)
Hoewel Youngster dus een jonkie in jaren is, beschouwen we hem toch als een ervaren valk.
Hij heeft inmiddels al twee winters goed doorstaan en heeft vorig jaar maanden lang voor Sleggie gezorgd. Hij heeft bewezen dat hij indringers kan verdrijven en prooien kan vangen voor het broedende wijfje.
Sleggie.
Ons wijfje had al het adulte kleed toen ze in Aalsmeer kwam. Toch is ze vermoedelijk nog betrekkelijk jong, want vorig jaar bestond haar legsel uit 3 eieren. Bekend is dat het legsel van jonge Slechtvalken minder groot is dan dat van oudere dieren, die soms wel 5 eieren kunnen leggen.
Sleggie is op camerabeelden vrij gemakkelijk te herkennen aan wat lichtgekleurde plekken op het achterhoofd. Ze is niet geringd en we weten dus niet waar en wanneer ze geboren is. Ook Sleggie is inmiddels een valk met ervaring. Ze heeft in 2010 eieren gelegd en zo'n 80 dagen bebroed, hetgeen in de literatuur als extreem lang wordt beschouwd.
In 2010 had zij geen nakomelingen, waarschijnlijk was Youngster vorig jaar gewoon nog te jong om de eieren te bevruchten.
Een stel voor het leven.
Youngster en Sleggie vormen nu voor het tweede achtereenvolgende jaar een paartje of stel.
De ervaring heeft geleerd dat zo’n stel Slechtvalken jarenlang bij elkaar blijft en samen tot broeden komt. Omdat de beide dieren tijdens het broedseizoen met één partner een paarband aangaan, spreekt men van monogamie.
Wanneer een van de partners omkomt, wordt overigens snel een andere partner geaccepteerd.
Plaatshuwelijk.
Waarom onze valken als een stel samen voor nakomelingen zorgen, is niet helemaal duidelijk.
Het is zeker niet een soort huwelijk uit liefde voor elkaar.
Er zijn sterke aanwijzingen dat dit samen broeden gebaseerd is op de plaats (watertoren) en de omgeving ( Westeinder en omgeving) waar de nestkast staat. De dieren vallen dus niet op elkaar, maar kiezen –wat het broeden betreft- beide voor de zelfde plaats.
Wel herkennen de dieren elkaar. Specifieke geluiden, houdingen en begroetingen zorgen ervoor dat onderlinge agressie wordt onderdrukt
Gepaard overwinteren.
Net zoals onze Youngster en Sleggie voor de Aalsmeerse watertoren hebben gekozen om er te broeden, komen er in het najaar Slechtvalken op de toren om er te overwinteren.
Deze winter hebben een mannetje en een vrouwtje Slechtvalk zelfs tijdens de renovatie de winter samen bij of op de toren doorgebracht. Deze dieren werkten overigens perfect samen met het jagen.
Eind maart, begin april vertrekken zulke overwinteraars weer naar het hoge noorden. Ieder naar het eigen broedgebied.
Verschil in grootte.
Bij de roofvogels – en dus ook bij Slechtvalken- is er een behoorlijk verschil in grootte tussen de beide geslachten.
Het wijfje is veel groter dan het mannetje.
Een valkenier noemt het mannetje een tarsel. (Dts.: Terzel, wat een derde kleiner betekent.)
Sleggie is dus flink wat groter dan Youngster en weegt bijna het dubbele.
Door dit verschil in grootte zijn de geslachten goed uit elkaar te houden wanneer beide dieren bij elkaar in de buurt zijn.
Er is overigens nog een variatie in grootte: Slechtvalken uit het hoge noorden (koudere streken) zijn groter dan die uit gematigde en warmere gebieden.